Wat is Shiatsu?

Shiatsu betekent letterlijk ‘vingerdruk’: shi is ‘vinger’, atsu staat voor ‘druk’.

Shiatsu, ook wel drukpuntmassage genoemd, is een van oorsprong Chinese volksgeneeswijze die waarschijnlijk rond 580 voor Christus werd uitgedacht. De leer werd in de 6e eeuw na Christus naar Japan gebracht, waar de techniek verder ontwikkeld werd.

In onze tijd zijn er verschillende methodes om Shiatsu toe te passen. De methode van Tokuijro Namikoshi sluit aan bij de westerse kennis over anatomie en fysiologie. In 1964 erkende het Japanse Ministerie van Volksgezondheid Namikoshi Shiatsu als een zelfstandige, zeer effectieve én reguliere therapeutische behandelmethode. In mijn praktijk gebruik ik deze methode als basisbehandeling.

Bij Shiatsu wordt voornamelijk druk gegeven met de duimen; soms op specifieke punten met de handpalmen en de vingers. Deze drukpunten liggen op één van de twaalf meridiaanbanen die over ons lichaam ‘lopen’. Op hun beurt corresponderen deze meridianen met een bepaald orgaan in ons lichaam. De eveneens van oorsprong Chinese accupunctuur gaat uit van vrijwel dezelfde drukpunten als die in Shiatsu worden gehanteerd.

Bij gezonde en evenwichtige mensen stroomt de energie in principe ongehinderd via de meridianen door het lichaam. Als iemand uit balans is, is dit te merken aan energieblokkades op de meridianen. De balans kan onder andere verstoord raken door verkeerde voeding, het langdurig bloot staan aan psychische-, emotionele-  en/of fysieke overbelasting, overmatig of verkeerd medicijngebruik, een slechte houding en/of invloeden van buitenaf. Dit uit zich in westerse begrippen als ziekte, pijn en/of beperkende klachten.

Shiatsu heeft als doel ziekten te voorkomen, blokkades op te heffen en het zelf-helend vermogen van ons lichaam te stimuleren, zodat het natuurlijke genezingsproces op gang gebracht wordt en iemand weer in balans komt.